Met de overgang naar een nieuw kalenderjaar zijn er altijd de nodige wetswijzigingen en regels die veranderen voor ondernemers. Zo ook voor de houtverwerkende industrie. Timmerfabrikant zet de belangrijkste wijzigingen voor 2025 op een rijtje.
ZZP’ers en schijnzelfstandigheid
De Belastingdienst gaat voor het eerst in jaren de regels tegen schijnzelfstandigheid volledig handhaven. Werkgevers kunnen weer een naheffing krijgen als zij zzp’ers inschakelen voor werk dat in loondienst gedaan zou moeten worden. Op aandringen van de Tweede Kamer zullen hiervoor het komende jaar nog geen boetes worden uitgedeeld. Bedrijven krijgen eerst een waarschuwing voordat er boekenonderzoek plaatsvindt. Dit is half december nog besloten
Na de invoering van de Wet DBA in 2016 is er lange tijd niet gehandhaafd op zzp’ers die eigenlijk werken als schijnzelfstandigen. Dat verandert per 1 januari 2025, maar boetes zullen in het eerste jaar dus uitblijven. Voor het bedrijfsleven kan het uitstel van de boetes een opluchting betekenen. Veel bedrijven hebben halsoverkop hun bedrijfsvoering aangepast en zzp’ers in dienst genomen of vaarwel gezegd, vanwege de aangekondigde handhaving.
Zero-emissiezones
De eerste veertien gemeentes voeren vanaf januari 2025 zero-emissie zones in. Deze gaan een stapje verder dan de bestaande milieuzones.
Bpm bestelauto’s
Een impactvolle wetswijziging is de bpm op bestelauto’s. Vanaf 2025 betaal je bpm voor het kopen van een nieuwe bestelauto met CO2-uitstoot. Niet voor niets werden er in het laatste kwartaal van 2024 zoveel extra busjes verkocht. Bpm staat voor belasting van personenauto’s en motorfietsen.
Hoeveel bpm je betaalt, hangt af van de CO2-uitstoot van de bestelauto. Hoe meer uitstoot, hoe meer belasting je betaalt. Voor elektrische bestelauto’s en andere auto’s zonder schadelijke uitlaatgassen betaal je in 2025 geen bpm. Anders is het voor wegenbelasting vanaf 2025.
Minder kosten voor overwerk medewerkers met vast contract
Werknemers met een vast contract mogen tot 30 procent extra uren werken zonder dat je de hoge AWf-premie betaalt. Deze wetswijziging moet ondernemers / werkgevers meer flexibiliteit geven. Maar als een werknemer in een heel jaar gemiddeld toch meer dan 30 procent overwerkt, moet je met terugwerkende kracht alsnog de hoge AWf-premie betalen.
De nieuwe regel is voor vaste arbeidscontracten waarbij personeel gemiddeld minder dan 30 uur per week werkt. Die grens lag in 2024 bij contracten van gemiddeld 35 uur per week.
Lage-inkomensvoordeel verdwijnt
Vanaf 1 januari 2025 vervalt het lage-inkomensvoordeel (LIV). Dat betekent dat werkgevers met personeel geen tegemoetkoming meer krijgen in loonkosten.
Een werknemer die onder het LIV valt, werkt minstens 1.248 uur per jaar en verdient gemiddeld tussen 100 en 125 procent van het minimumloon. Let op: 1 januari 2024 is de bovengrens van het gemiddelde uurloon verlaagd van 125 naar 104 procent.
Mensen met arbeidsbeperking in dienst
Ben je een ondernemer met meer dan 25 werknemers? Dan wordt het in 2025 makkelijker om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Het kabinet wil daarvoor de banenafspraak en quotumregeling veranderen.
Belangrijke veranderingen:
- Het lage-inkomensvoordeel wordt afgeschaft.
- De bedragen van het loonkostenvoordeel oudere werknemer worden verlaagd.
- Het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer veranderd.
- Je krijgt voortaan loonkostenvoordeel (LKV) voor een arbeidsbeperkte werknemer zolang de werknemer bij je in dienst is. Nu geldt het LKV voor maximaal 3 jaar. Ook is straks geen speciale verklaring van UWV meer nodig om LKV te krijgen.
- Als je meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst neemt dan u volgens de quotumregeling moet, krijg je als bonus een hoger loonkostenvoordeel.
Voor bedrijven met meer dan 25 werknemers geldt een banenafspraak voor mensen met een arbeidsbeperking. Je moet mensen aannemen met een arbeidsbeperking. In 2026 moeten er zo 100.000 extra banen in het bedrijfsleven zijn voor mensen met een arbeidsbeperking.
Minimumloon gaat omhoog
Het minimumloon wordt ieder half jaar aangepast. Op 1 januari 2025 gaat het wettelijk minimumloon omhoog en wordt voor werkenden vanaf 21 jaar 14,06 euro per uur.
Mkb-winstvrijstelling
De mkb-winstvrijstelling voor kleine en middelgrote ondernemingen daalt in 2025 van 13,31 naar 12,70%. Lees hier meer. Dit geldt voor zzp’ers en mkb-ondernemers die inkomstenbelasting betalen en dus een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid hebben (bijvoorbeeld eenmanszaak, vof, maatschap).
Minder belasting in box 2
Ben je partner in een vennootschap of directeur-grootaandeelhouder (dga)? De belasting in box 2 voor aanmerkelijk belang gaat omlaag. Bezit je 5 procent of meer van de aandelen in een bedrijf, dan heb je een ‘aanmerkelijk belang’. Je ontvangt dan mogelijk winstuitkering, oftewel dividend. Over winstuitkeringen tot 67.804 euro betaal je 24,5 procent belasting, net als in 2024. Over alles daarboven betaal je in 2025 31 procent belasting. Dat is in 2024 nog 33 procent. Lees hier meer
Verlaging brandstofaccijns verlengd
De lagere accijns op benzine, diesel en LPG van 2024 blijft ook in 2025 gelden. De brandstofaccijnzen krijgen ook geen inflatiecorrectie in 2025. Hierdoor blijven de tarieven gelijk aan die van 2024. De tarieven: LPG: € 0,19, benzine: € 0,79 en diesel: € 0,52.
Afschaffing giftenaftrek voor bv
Door een wetswijziging verdwijnt de zakelijke giftenaftrek per 1 januari 2025 voor besloten vennootschappen (bv’s). Dat betekent dat je giften aan Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) en Sociaal Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s) niet langer van de winst kunt aftrekken.
In 2024 geldt nog dat je een schenking aan een ANBI of SBBI van de winst mag aftrekken.
Aanpassingen BOR, Bedrijfsopvolgingsregeling
Krijg je een bedrijf in een erfenis of door een schenking? Dan betaal je erf- of schenkbelasting over. Hoeveel belasting je betaalt, hangt af van de waarde van de onderneming. Je kan een vrijstelling gebruiken: de Bedrijfopvolgingsregeling (BOR). Ondernemers moesten voorheen minimaal vijf jaar doorgaan met het bedrijf. Aandelen mag je ook niet verkopen gedurende deze periode. Dit wordt vanaf 2025 drie jaar.
Je mag gebruikmaken van de BOR als je voldoet aan drie voorwaarden:
- Er moet een actief bedrijf zijn (niet alleen maar beleggingen).
- De oude eigenaar moet minimaal vijf jaar eigenaar zijn geweest voor de schenking. Bij overlijden is dit één jaar. Dat wordt de beziteis genoemd.
- Je moet minimaal drie jaar (was voorheen 5) doorgaan nadat je het bedrijf hebt gekregen. De aandelen mag je in die periode ook niet verkopen.
Voldoe je aan deze eisen? Dan kan je gebruikmaken van de BOR. Dat betekent dat je een vrijstelling krijgt van 100 procent als de waarde van het bedrijf 1.325.253 euro of lager is. Is het bedrijf meer waard? Dan krijg je een vrijstelling van 83 procent voor de waarde boven dat bedrag.
Duurzaamheidsrapportage (CSRD plicht)
Vanaf januari moeten grote bedrijven verplicht rapporteren over hun impact op mens en milieu. Vanaf 2025 wordt de deze duurzaamheidsrapportage verplicht voor grote bedrijven die voorheen buiten de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) vielen. CSRD staat voor Corporate Sustainability Reporting Directive.
Ook mkb-leveranciers kunnen te maken krijgen met CSRD. Grote bedrijven zijn namelijk verplicht om informatie op te vragen bij alle leveranciers in hun waardeketen. Voor het mkb is het daarom aan te raden om zich goed voor te bereiden en hun administratie op orde te hebben.
Een bedrijf is groot als het voldoet aan minimaal twee van de drie onderstaande criteria:
- Het bedrijf heeft meer dan 250 werknemers;
- Het bedrijf heeft meer dan € 50 miljoen omzet per jaar;
- Het bedrijf heeft meer dan € 25 miljoen op de balans.
De wetgeving geldt vanaf 2026 ook voor het beursgenoteerde MKB.
Wat is uitgesteld?
Er zijn ook regels en wetten uitgesteld. Zo gaat de EUDR, een Europese verordening die ontbossing moet tegengaan, niet in op 30 december 2024 maar op 30 december 2025. Ook de WKB (Wet Kwaliteitsborging Bouwen) voor verbouwingen niet in op 1 januari 2025. Hiervoor is nog geen nieuwe datum bekend. Volgens Mona Keijzer (minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) sluit de Wkb in zijn huidige vorm onvoldoende aan bij verbouwprojecten.